Stappenplan voor een goede pot
- Beoordeling rest situatie. Kijk wat er ligt, neem de tijd.
- Maak een shot keuze.
- Positie. Bepaal de positie van de keu-bal na de stoot.
- Risico’s bij niet potten. Bedenk wat er gebeurt als je mist, wat laat ik voor de tegenstander liggen.
- Afstand nemen van de tafel. Lees het hoekje, waar speel ik de objectbal aan.
- Je lijnt je op met je shot, krijt op een vast moment en houdt je hoofd 90 graden t.o.v je stootrichting.
- Het bepalen van het raakpunt op de objectbal, dus hoekkiezen (speldeprikje 0,1 mm)
- Bepalen waar je de tip van de keu plaatst op de keu-bal.
- Visualiseer de loop van de keu-bal.
- Je gaat je buigen. Hou constant het aanspeelpunt van de objectbal in de gaten.
- Daadwerkelijk plaatsen van de tip op de bedachte plek op de keu-bal.
- Controle: Is dit de spot waar ik de keu-bal wil raken.
- Controleer de uitgezette lijn in gebogen stand. (totaal beeld van de hoek)
- Stoot beweging starten. Zorg altijd voor gelijk aantal 2 a 3 maal.
- Pauze nemen in de stoot.
- Ogen op object bal en wanneer doe je dat ?
- Stoten.
- Je stoot afmaken. Follow trough.
- Ogen laten liggen op vertrekpunt van de object bal.
Opmerkingen die van belang zijn
Houd je keu goed vetvrij.
Was regelmatig je handen ook tijdens een wedstrijd, dan loopt de keu soepeler over de brughand.
Zorg dat je concentratie altijd goed is, pas dan ben je zeker van een pot.
Met elke stoot moet je je realiseren of je al je stappen doet.
Trainen om te trainen is fout !!!!!
Je moet niet trainen om je uren vol te maken, maar om wat te leren en je vaardigheden te ontwikkelen.
Niet knijpen in je keu, hij gaat anders omhoog na de stoot.
Hou de keu ontspannen vast, en stoot ook ontspannen.
Zorg dat het velletje tussen duim en wijsvinger op de keu ligt en sluit je hand er verder ontspannen omheen.
Bij de achterwaartse beweging open je losjes de achter hand.
Oefeningen voor gevorderden